Ontbrekend stofje in hersenen

  • Geschreven door Webmaster
  • laatst bewerkt Nov 30, 2020
Deel dit artikel:

Ontbrekend stofje in hersenen

Het ‘ontbrekende stofje in het brein’

Psychische problemen zouden het gevolg zijn van een chemische onbalans in de hersenen. Die wankele hypothese is jarenlang als waarheid verspreid. Dat is niet alleen de farmaceutische industrie maar ook de wetenschappelijke gemeenschap te verwijten.

Ontbrekend stofje in hersenen. Het blijft de vraag waarom neurowetenschappers de stofjestheorie niet allemaal krachtig tegenspreken en waarom velen van hen zelf onhoudbare feiten verspreiden, waarvan de stofjestheorie niet het enige voorbeeld is. Om met de adjunct-hoofdredacteur van het British Medical Journal te spreken: ‘Why is it permissable for scientists to say whatever they like about the workings of the brain?’

Begint iemand met ‘Ik verlies niet snel mijn geduld’, dan zal zelden ‘en nu dus ook niet’ volgen. De Amerikaanse psychiater Ronald Pies, hoofdredacteur van Psychiatric Times, opende in 2011 een redactioneel commentaar met het dreigende eerste zinsdeel. Pies vertelde dat hij zich enorm boos maakt over de theorie van een ‘ontbrekend stofje in het brein’ als verklaring voor psychische problemen. Zijn grootste ergernis betreft de suggestie dat dit ‘belachelijke idee’ door wetenschappelijk geschoolde deskundigen zou zijn verspreid.

Die ergernis moet Pies dan regelmatig overkomen, want het gewraakte idee komt in allerlei neurobiologische bewoordingen voor. Men heeft het bijvoorbeeld ook over een ‘chemische onbalans’ in de hersenen, of een tekort (soms teveel) aan neurotransmitters, dat – net zoals insulinetekort bij diabetes – met medicatie moet worden gecorrigeerd. Specifieker zegt men dat er een onbalans is in de dopamine-, serotonine- of noradrenaline-huishouding van mensen met ongewenste eigenschappen, emoties of gedrag. Soms volgt nog als aanvulling dat het ontbrekende stofje in iemands hersenen verband houdt met een ontbrekend stukje in zijn of haar DNA.

Volgens Pies kunnen dergelijke uitspraken dus niet van wetenschappelijke experts afkomstig zijn. Verbaast dit u, omdat ook u dacht dat de stofjesverklaring klopt? Dat is dan volkomen begrijpelijk. Patiënten krijgen deze verklaring bijvoorbeeld veelvuldig te horen van hun huisarts. Dat concludeerde de Nijmeegse arts Rhona Hoven-Eveleigh in haar proefschrift uit 2015 over ‘onterecht langdurig gebruik van antidepressiva’. De reden voor dit proefschrift is dat het gebruik van deze pillen heel groot is en nog altijd blijft stijgen, terwijl de twijfels erover groeiend zijn: de effectiviteit blijkt gering als ook niet gepubliceerde onderzoeksresultaten worden meegenomen, terwijl er wel duidelijke bijwerkingen zijn en stoppen met het gebruik voor veel mensen grote problemen oplevert.

Het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG) was altijd al enigszins sceptisch over grootschalig antidepressivagebruik en wil tegenwoordig ‘onterecht gebruik’ actief tegengaan. De pillen zouden niet meer moeten worden voorgeschreven bij slechts matige klachten, die na een half jaar vaak vanzelf over gaan, en een recept zou niet als vanzelfsprekend moeten worden herhaald als een patiënt zes maanden klachtenvrij is.

De NHG heeft de huisartsen echter niet aan de leiband. Als artsen de verklaring van het ontbrekende stofje vertellen aan hun patiënten beginnen de patiënten gemakkelijker aan de pillen. De stofjesverklaring geeft hun bovendien het idee dat hun hersenen fundamenteel afwijkend zijn en daardoor hun pillen levenslang onontbeerlijk. Hoven-Eveleigh citeert uitspraken van gebruikers als: ‘Mijn lichaam is niet in staat voldoende serotonine te maken en dus neem ik daar een pil voor’, en: ‘Als ik me goed zou blijven voelen, zou ik er morgen mee stoppen, maar weer door die hel gaan? Nee.’ Mensen blijken dus angstig te worden door de theorie van het ontbrekende stofje en hun vertrouwen in hun lichaam en brein kwijt te raken. Het artsentijdschrift Medisch Contact plaatste dan ook de kop ‘Niet meer over serotoninetekort praten’ boven een artikel over dit proefschrift. Het citeert Hoven-Eveleigh met de uitspraak dat de artsen die de onhoudbare verklaring geven zelf even goed ‘zijn beetgenomen’.

***

Lees het hele artikel hier 

Deel dit artikel:

Terug naar overzicht