De levenskracht van woede en de verwarring bij KOPP

  • Geschreven door Kassandra Goddijn
  • laatst bewerkt Nov 25, 2018
Deel dit artikel:

Woede Kassandra

(Auteur Kassandra Goddijn)

MIjn moeder had schizofrenie. Een diagnose die toentertijd (begin jaren zeventig) veel gesteld werd, maar nu omstreden is. In het geval van mijn moeder betekende het: de grip op de werkelijkheid regelmatig kwijt zijn en de omgeving als bedreigend ervaren. Hoe ingrijpend het is om een moeder te hebben met schizofrenie, zullen de meeste mensen nooit kunnen begrijpen, al zouden ze het willen. Als ik een tipje van de sluier oplicht, zeggen ze al gauw: Ach ja, het blijft toch je moeder. Waarmee de kous dan het liefst af is. En dat is heel begrijpelijk, want het is nogal verontrustend om je te moeten voorstellen wat de betekenis is van zo’n gezinssituatie. Als je iemand treft die heel empathisch is en bovendien onbevooroordeeld, kun je een heel eind komen. Maar zelfs zulke mensen, die overigens vrij weinig in het wild voorkomen, kunnen nooit helemaal invoelen waar wij KOPP’ers vandaan komen als ze daar zelf niet geweest zijn.
Dat is niet erg. Zo is het nou eenmaal; mensen kunnen alleen ten volle de emotionele impact bevatten van gebeurtenissen die ze zelf ook ervaren hebben (nb voel je je eenzaam en onbegrepen als KOPP’er? Kind van Ouders met psychische problemen, zoek lotgenotencontact)

Wat wel schadelijk is, is dat mensen al gauw een oordeel hebben over wat je zou moeten voelen of ervaren. Niet alleen anderen hebben dat over KOPP’ers; KOPP’ers hebben dat ook over anderen, over elkaar en vooral ook over zichzelf. We zijn net mensen, namelijk. Eén van de meest voorkomende dilemma’s bij KOPP’ers is: Wat moet ik met mijn boosheid op mijn vader of moeder, dat mág toch niet? Hij/zij kon het toch niet helpen? Werp de vraag op in een willekeurig gezelschap, en iedereen zal over elkaar heen buitelen in de dramadriehoek.* De één vindt dat je het niet kunt maken om boos te zijn, je ouder heeft immers ook niet om die psychische problematiek gevraagd. De ander vindt dat je ouder zielig is en dat je hem of haar zou moeten helpen. De volgende vindt dat je groot gelijk hebt dat je boos bent, jij had toch récht op een gelukkige, beschermde jeugd. Hetzelfde geldt voor de (eveneens veel onder KOPP’ers levende) vraag: Moet ik het contact met mijn ouder(s) verbreken en mijn eigen leven leven, of moet ik ermee leven en me blijven aanpassen? Ook daarover heeft de buitenwereld, en vaak ook de mede-KOPP’er, misschien zelfs je broer of zus, een stellige mening. Variërend van: als je dat doet, ben je een slechte dochter tot blijf zo ver mogelijk bij die giftige mens(en) vandaan.

In de war

Het vervelende van al deze stellige meningen is dat we erdoor in de war raken. We denken vaak dat wie het hardst roept (ook in onszelf), wel gelijk zal hebben. Of we houden ons vast aan het doen van het omgekeerde. Als iedereen A zegt, doe ik B. (Daar heb ik zelf nogal een handje van!) Maar dat is allemaal niet de oplossing. Oordelen en stellige meningen zijn over het algemeen geen goede leidraad omdat het geen volwassen overwegingen zijn. Het is namelijk helemaal niet relevant wat iedereen ervan vindt. Als ik koorts krijg, buitelen de mensen toch ook niet over elkaar heen om mij te vertellen dat dat wel of niet waar is, of dat ik die wel of niet zou moeten voelen? Die koorts IS er eenvoudig.
Weet je wat het mooie van koorts is? Je kunt hem vaststellen met een thermometer. Was dat maar hetzelfde met onze basisemoties, boos, bang, blij, bedroefd. ‘Tja mevrouwtje, het probleem is dat u momenteel 80% woede ervaart.’ Ja maar mijn moeder kon het toch ook niet helpen?? ‘Niks mee te maken! 80% woede, doe er wat mee, anders vreet het u op!’ Of andersom: ‘Maar meneer, u heeft nog een enorme stapel verdriet voor de deur liggen!’ Verdriet? Welnee, ik haat mijn ouders voor eeuwig! ‘Kijk naar de thermometer, meneer eigenwijs, en doe uw huiswerk!’

Als we emotioneel goed voor onszelf willen zorgen, zullen we – bij gebrek aan een arts met een alwetende thermometer – zelf moeten leren ervaren welke emotie er (nog meer) in ons aanwezig is. Naar een willekeurige ander, hoe hard die ook schreeuwt, hoeven we ook niet te luisteren. Wat weet die er nou van? Vervolgens moeten we leren om de emotie die zich aandient serieus te nemen. Wie met 40 graden koorts aan een wielerwedstrijd gaat meedoen, valt van zijn fiets. Wie met de pest in haar lijf tienmaal per dag haar moeder te woord staat, wordt depressief.

Je woede is terecht.

Als een vrouw met psychoses een baby krijgt, wordt het nogal moeilijk hechten voor het kind. Als de moeder van een vijfjarige haar kind niks toestaat omdat ze zelf angstig is, zal het kind slechts moeizaam nieuwe vaardigheden leren. Als de moeder van een tienjarige door de omgeving meewarig wordt bekeken, wordt het sociale functioneren van het kind belemmerd. Het zal zich schamen om klasgenootjes mee naar huis te nemen. Als de moeder van een vijftienjarige haar kind nodig heeft om zelf overeind te blijven, kan de puber zich niet ontplooien. Dit kind zal, zodra het volwassen is, zichzelf op allerlei gebieden nog moeten ontwikkelen aangezien daar geen ruimte voor was toen het klein was. En dat voelt ongelofelijk oneerlijk. Je leeftijdgenoten zijn je ver vooruit. Als jij zo’n kind was, moet je die woede dus erkennen. Hem een poosje laten razen. Dat betekent niet dat je je ouder in elkaar moet slaan, liever niet. Gebruik een kussen, een boksbal, scheur kartonnen dozen. En schreeuw. Geef je woede een plek, op een dag komt er ruimte voor de andere kant van het emotionele spectrum.

En je moet óók relativeren.

Waarom? Omdat het leven nou eenmaal klappen uitdeelt. Al willen we het nog zo graag geloven, het is niet zo dat we recht hebben op een makkelijk leven. Onze ouder(s) hadden dat ook niet. Ook zij zijn een product van hun achtergrond, precies zoals wij dat zijn. Het is erg verdrietig om je te realiseren dat wij mensen in onze onmacht soms hele domme dingen doen, waarmee we elkaar – en ellendig genoeg ook onze kinderen – ernstig kunnen beschadigen.

Aan de andere kant krijgt bijna iedereen bij de geboorte een portie levenskracht mee. Deze manifesteert zich als WOEDE, de kracht waarmee we ons leven vormgeven. Gebruik hem, hij stelt je in staat om vele beschadigingen te boven te komen. Vooral als je ondertussen zicht houdt op de realiteit: dat het leven nou eenmaal klappen uitdeelt. Zo kun je je woede transformeren – eerst is hij gericht tegen je onvolmaakte ouder, daarna wend je hem aan om te gaan staan en je eigen leven te gaan leiden. Go for it!

*Dramadriehoek: een model van de Transactionele Analyse. Veel niet-functionele, herhalende communicatie vindt plaats vanuit de dramadriehoek, waarin er drie rollen zijn: slachtoffer, redder en aanklager.

Wil je leren hoe je je woede als kracht inzet? Ben je een KOPP (kind van ouders met psychische problemen) en zoek je begeleiding? Vind hier een therapeut die jou goed kan begeleiden/ondersteunen!

Deel dit artikel:

Terug naar overzicht