Eerste hulp bij triggers die je terugslingeren naar je trauma

  • Geschreven door Kassandra Goddijn
  • laatst bewerkt Sep 27, 2019
Deel dit artikel:

KOPPcoaching

Eerste hulp bij triggers bij KOPP

Ik kan ontzettend getriggerd worden door mensen die, ietwat uit de hoogte, menen dat ze het gelijk aan hun kant hebben met als argument: wetenschappelijk bewezen. Als iemand daarmee een dialoog plat slaat, voel ik me weggezet als een onnozele hals met idiote emoties. Voor mij een volkomen helder verband en ik ga dan ook onmiddellijk in de gordijnen, en goed ook. Dat is toch logisch?? kon ik vroeger verontwaardigd denken als men die reactie niet snapte. Maar op een dag leerde ik begrijpen dat dit verschijnsel dus een trigger was, en dat alle mensen verschillende triggers hebben. We hebben ieder ons eigen emotionele filtertje van interpretatie. Gevormd in de kindertijd uiteraard, en een afspiegeling van de omstandigheden van toen. En daarom bij iedereen anders.

Een trigger, een gebeurtenis in het hier en nu, is te herkennen aan het effect ervan: het slingert je terug in je kindertijd.

Je wordt een klein kind, emotioneel – en zelfs cognitief – heb je ze voor dat moment even niet meer op een rijtje. Je beschikt niet meer over je volwassen vermogens en je voelt je klein en machteloos. Dat is op zijn zachtst gezegd onhandig, maar vooral ook pijnlijk, beangstigend en beschamend.
Hoe meer overweldigende gevoelens van hulpeloosheid en machteloosheid vroeger, hoe meer triggerende situaties in het hier en nu. KOPP’ers hebben daar dus nogal vaak last van. Eén van de meest voorkomende vragen die ik in mijn praktijk krijg, is dan ook: hoe ga ik om met triggers? Nou ja, dat zeg ik niet helemaal goed. De vorm waarin die vraag komt is meestal: hoe zorg ik dat ik niet meer getriggerd word? Triggers moeten weg, we willen ervan af, ja, velen van ons haten zichzelf met overgave wanneer ze getriggerd worden. Wat jammer nou toch weer. Want iedere trigger is een kans om te dealen met oud zeer. Het is steeds een jonge versie van jezelf die zich daar kenbaar maakt en als je jezelf dan haat, duw je dat kind terug de hoek in. Pas als je die jonge gevoelens de aandacht geeft die ze verdienen, zullen de triggers verdwijnen. 

Dus hoe doe ik dat, hoe deal ik met mijn triggers?

Stap 1 is natuurlijk: het herkennen ervan. Het begint met een situatie waarin je je ineens rot voelt, verdrietig of boos of angstig of een combinatie daarvan. Dat gebeurt in een context, er is altijd een aanleiding voor (al heb je soms geen idee welke). Als je de aanleiding weet of kunt terughalen, kun je beoordelen of de emotie die je voelt in verhouding staat tot de aanleiding. Bij een trigger is dat niet het geval, je herkent een trigger vooral aan een intensiteit van emotie die te groot is voor de gebeurtenis. Dus iemand probeert mij de mond te snoeren met dat is wetenschappelijk bewezen, en ik ga meteen in de gordijnen van woede. Opmerkzaam als ik inmiddels ben, heb ik wel in de gaten dat die reactie van mij wat buiten proporties is. Mocht je dat nou zelf niet in de gaten hebben, dan zijn er altijd wel mensen die je daarop opmerkzaam willen maken. Hoor je vaak iets in de trant van: waar maak je je toch zo druk over? of jemig, overdrijf je nou niet een beetje? dan wijzen die signalen in de richting van Buiten Proportie, oftewel: trigger.

Stap 2: de 90/10-regel. Bij een trigger hoort slechts tien procent van de emotie die je voelt thuis bij de aanleiding in het hier en nu. De rest is van vroeger. Dat betekent dat je ook maar tien procent van de heftigheid van je reactie in het hier en nu naar buiten moet brengen naar de betreffende persoon, althans, als je deze kunst tot in de perfectie beheerst. De rest parkeer je even tot je thuis bent. Dus ik kan kalm tegen de gestudeerde meneer of mevrouw zeggen: best mogelijk dat jij meent dat wetenschappelijk bewezen is, maar dat betekent nog niet dat het de Absolute Waarheid is. Heel fijn als dit je lukt. Als het niet lukt, is er ook nog niets aan de hand – zolang je maar zelf de verantwoordelijkheid neemt voor dat deel van je reactie dat buiten proporties is. Dus als ik ondanks mijzelf helaas toch een tikkeltje in de gordijnen ben gegaan, kan ik zeggen: sorry voor mijn buitenproportionele reactie. Die heeft niets met jou te maken. Het spijt me dat ik die lading op jouw bord gelegd heb. Is ook goed, zelfs als het de volgende dag, week of maand is. Beter laat dan nooit. 

Stap 3: de overige negentig procent. Deze stap slaan de meeste mensen het liefst over, terwijl: als je je verstand gebruikt, ligt het nogal voor de hand dat negentig procent belangrijker is dan tien procent. Je moet hem weliswaar even parkeren tijdens je actie in het hier-en-nu, daarna is het belangrijk om NIET te verzaken. Hier ligt namelijk de kans op heling. Waar gaat het over? Wat ligt eronder? Welk kind is dat, wat daar aangeraakt wordt en jou zo volledig in de emotie doet schieten? Soms weet je het, soms niet. Het vraagt wat oefening om de verbanden te leggen. In mijn geval is dit het verband: ik mocht als meisje geen verdriet tonen terwijl ik daar toch meer dan genoeg reden voor had. Ratio stond in ons gezin hoog aangeschreven, emoties werden met intellectueel geweld weggeredeneerd. Zo deden we dat. Het kind dat in mijn geval tevoorschijn komt bij deze trigger is een woedende puber die daar genoeg van heeft. En daaronder zit er nog één, dat kleine meisje dat intens verdrietig is zonder moeder, maar haar verdriet niet mag laten zien. De rouwe pijn die dat doet, dat is het gevoel dat bij mij opgeroepen wordt bij deze trigger.
De vraag die je jezelf moet stellen met betrekking tot die overige negentig procent is dus: wat voel ik? Daar moet je wérkelijk contact mee maken en er echt even bij blijven. Dat kun je doen door je te concentreren op het fysieke gevoel dat de emotie geeft, dus bijvoorbeeld druk op je borst, onrust in je maagstreek, een brok in je keel etc. 

Stap 4: Duaal bewustzijn. Vraag je je af: hoe oud is dit kind? Die informatie is belangrijk voor het volwassen deel van jezelf. Duaal bewustzijn betekent: op hetzelfde moment zowel als volwassene aanwezig zijn als contact hebben met de emotie van het kind. Als je weet hoe oud een kind is en welke emotie het ervaart, kun je met je volwassen empathie vaak wel bedenken waar het behoefte aan zou kunnen hebben. Als je het te moeilijk vindt om dit te bedenken, helpt het vaak om een huisdier te visualiseren in plaats van een kind.
Vervolgens zet je dit weten om in een actie, liefst een fysieke. Dus als het kind verdrietig is en een knuffel nodig heeft, omarm je jezelf of je vraagt het aan je partner. Als het woedend is, geef je het permissie om te stampvoeten en met de keukenkastjes te smijten en als het over is, ga je met haar zitten en vraag je waar dat nou eigenlijk over ging. Maar als het kind te jong is om te praten of om met keukenkastjes te smijten, stimuleer je het om haar vuisten ballen, met haar voeten schoppen en te schreeuwen. Een woordeloos kind heeft strikter een fysieke reactie nodig dan een kind dat zich verbaal kan uiten, maar een fysieke uiting werkt in de regel sterker dan een verbale. Een combinatie van de twee is het beste.
Ondersteun het kind eerst om deze jonge gevoelens te uiten. Kalmeer het daarna op een manier die de gevoelens niet ontkent of afkeurt. Neem er daarna afscheid van (zo genoeg?) voor je weer overgaat tot de orde van de dag.

Je zult zien dat deze trigger hierna een stuk minder lading heeft. Instant resultaat. 

Meer over de auteur Kassandra Goddijn KOPP coach

 

Herken je de triggers die je terugslingeren naar je kindertijd? Ontdek onze KOPP therapeuten

Deel dit artikel:

Terug naar overzicht